Hartproblemen bij Hond of Kat
Hartproblemen bij Hond of Kat
Wat is het?
Een verminderde functie van het hart kan door verschillende aandoeningen komen. Zo kan de hartspier zelf aangetast zijn (cardiomyopathie) of zijn er veranderingen aan de hartkleppen (klepinsufficiëntie).
Bij kleine hondenrassen zien we het meest klepinsufficiëntie, waarbij de hartkleppen vervormen en gaan lekken (myxomateuze klepdegeneratie). Bij grotere hondenrassen zien we vaker een verslapping van de hartspier (dilatieve cardiomyopathie). Bij katten komt een verdikking van de hartspier (hypertrofische cardiomyopathie) het meest voor. Al deze aandoeningen leiden ertoe dat het hart minder goed bloed kan rondpompen door het lichaam.
Wat zijn de klachten?
U kunt merken dat het uithoudingsvermogen van uw dier achteruit gaat; ze lopen wat trager, moeten vaker pauze houden en honden kunnen ook sneller gaan hijgen.
Bij een verminderde hartfunctie kan er ook vocht ophopen bij de longen of in de buik; u kunt dan merken dat ze in rust sneller ademen (meer dan 30 keer per minuut), gaan hoesten of dat hun buik boller wordt.
Zeker bij katten kan een hartprobleem langere tijd onopgemerkt blijven. Soms merkt u als eigenaar daar pas klachten van als er een bloedstolsel (thrombus) gevormd is en plotseling de doorbloeding naar de achterpoten afsluit. De kat zal dan plotseling de achterpoten niet meer kunnen gebruiken en luidkeels miauwen of hijgen van het ongemak.
Hoe stellen we de diagnose?
Bij het klinisch onderzoek kunnen we bij sommige aandoeningen een hartruis horen. Dit wordt veroorzaakt doordat het bloed gaat wervelen, bijvoorbeeld als er door een lekkage van de kleppen bloed de verkeerde kant op kan gaan.
Soms horen we geen ruis, maar valt het op dat de hartfrequentie afwijkend hoog is. Vaak is dan de pols, voelbaar in de liezen, juist erg zwak. Dit komt omdat het hart heel snel maar niet efficiënt samen trekt, waardoor onvoldoende bloed per keer wordt rondgepompt.
De definitieve diagnose van een hartprobleem en zeker ook de ernst van het hartprobleem kan alleen vastgesteld worden met een echografisch onderzoek van het hart.
Bij katten met een thrombus stellen we de diagnose op basis van de klachten en doordat we bij de achterpoten géén pols meer voelen en de voetzooltjes vaak al kouder en bleker zijn.
Hoe kunnen we het behandelen?
Bij een vroege diagnose, bijvoorbeeld wanneer we alleen nog maar een ruis horen en er nog geen klachten zijn, is medicatie vaak nog niet nodig. Het is dan wel raadzaam om het hartprobleem in de gaten te houden en eventueel een behandeling te starten als het probleem erger wordt.
Als het hartprobleem verder is gevorderd, of als er al klachten zijn, dan is medicatie meestal wel nodig. De medicatie is gericht op het verminderen van de belasting van het hart en het verbeteren van de bloedcirculatie.
Sommige hartproblemen zijn ook chirurgisch te behandelen. Dit geldt bijvoorbeeld voor sommige aandoeningen aan de hartkleppen.
Hoe kunnen we het voorkomen?
Helaas zijn veel hartproblemen niet te voorkomen. Wel is het raadzaam om de algehele gezondheid van uw hond of kat te optimaliseren door een gebalanceerd dieet te geven en regelmatig te vaccineren en ontwormen.
Daarnaast kunt u sommige hartproblemen voorkomen door het gebruik van medicatie, zoals bijvoorbeeld bij een hartaandoening die wordt veroorzaakt door hartwormen.
Als uw hond of kat al een hartprobleem heeft, is het belangrijk om de behandeling goed op te volgen en de medicatie op tijd in te nemen. Zo kunt u het welzijn van uw dier zo goed mogelijk behouden.